-
1 copy
n. kopie; exemplaar--------v. kopiëren; nadoencopy1[ koppie] 〈meervoud: copies〉1 kopie ⇒ reproductie, imitatie, fotokopie♦voorbeelden:————————copy2〈 copied〉1 een kopie/kopieën maken ⇒ overschrijven♦voorbeelden:1 copy from/off someone • van iemand overschrijven/kopiërenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 kopiëren ⇒ een afdruk/kopie maken van, overschrijven2 navolgen ⇒ imiteren, overnemen♦voorbeelden:copy out a letter • een brief (in het net) overschrijven -
2 copy down a statement
copy down a statement
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский